zaterdag 26 april 2008

De wereld op z'n kop?

Normaal gesproken zou je zeggen dat een bedrijf zijn product goed aflevert...en als dat niet goed gebeurt, dit kostenloos gedaan wordt, net zolang tot de overeenkomst goed is uitgevoerd.

Bovenstaande blijkt echter niet de normale gang van zaken te zijn!

Veel internetproviders gebruiken deze tactieken om onterecht te verdienen aan de consument. Normaliter wordt een product besteld en is de prijs afgesproken. Een provider dient te zorgen voor het signaal en de benodigde spullen. Aangezien het tegenwoordig een relatief eenvoudig product is, moet, na ontvangst van de benodigde spullen, men gewoon kunnen internetten. Een resultaatsverbintenis zo gezegd. Als dit het geval is, heeft de provider voldoende gedaan om zijn verbintenis van de overeenkomst na te komen.

Als het echter niet lukt om te internetten of er een storing is o.i.d., is de provider niet klaar dus! Hier komt dan de melkkoe om de hoek kijken. Wat is er mooier om consumenten 0,45 cent per minuut te laten betalen, terwijl de provider conform 6:74 BW in gebreke is gebleven om zijn verbintenis na te komen?? De provider dient kostenloos de verbinding de problemen op te lossen.

In werkelijkheid gebruiken de providers hun macht om zo de consument aan hun winsten bij te dragen. Ik ben benieuwd wanneer de "Kassa's" en "Radars" van deze wereld deze problematiek eens groots aanpakken!

zondag 6 januari 2008

Aansprakelijkheidsrecht: De pot met goud?

In deze blog geef ik een overzicht van het aansprakelijkheidsrecht en wat je er wel of niet mee kunt doen.



Zo af en toe is het goed weer eens bij de basis van een thema te starten om de zinnen weer op scherp te zetten. Het belangrijkste adagium in het aansprakelijkheidsrecht is namelijk dat een ieder zijn schade zelf draagt. Dit is een basisbeginsel, dat weinigen nog goed voor ogen hebben.

Het aansprakelijkheidsrecht vindt zijn basis in art. 6:162 BW:
1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

“Hij” moet ruim gelezen worden. Een rechtspersoon als een B.V. kan, via zijn vertegenwoordigers, ook een onrechtmatige daad plegen – zie Hoge Raad, 06-04-1979, NJ’80, nr 34 ( Kleuterschool Babbel)-.

Hieronder ga ik systematisch in op de vragen die spelen voordat iemand aansprakelijk is.

Stap 1: Is er sprake van onrechtmatig handelen?
De eerste vraag die speelt, is wanneer men spreekt van een onrechtmatige daad. Men handelt onrechtmatig als:
1. Men een inbreuk pleegt op een recht van een ander;
2. Men iets doet of nalaat in strijd met een wettelijke plicht;
3. Men iets doet of nalaat in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt.

Ad 1.
Het gaat hier om persoonlijkheidsrechten, zoals het recht op lichamelijke integriteit. Mishandeling bijvoorbeeld levert, naast een strafrechtelijk gedeelte, ook een privaatrechtelijke vordering op. Denk bijv. aan kapotte kleding etc.- . De andere categorie zijn de vermogensrechten, zoals het recht van eigendom etc..

Ad 2.
Hier gaat het om handelen of nalaten in strijd met de wet, zoals die geldt in Nederland.
Hiernaast is van belang dat iemand in civielrechtelijke zin schade oploopt. In dergelijke gevallen kan een vordering afketsen op de relativiteit. Het overtreden van een wet, die niet bedoeld is ter bescherming van het vermogensnadeel van een derde, levert geen onrechtmatig handelen jegens die derde op ( o.a. Duwbak Linda-arrest). M.a.w. een ongeval, twee weken na een APK-keuring, veroorzaakt doordat een as is verroest, levert geen aansprakelijkheid op aan de zijde van de overheid betreffende dit ongeval. Een APK keuring zorgt wel voor de algemene veiligheid, maar is niet bedoeld om een verhaalsrecht te scheppen voor individuen.

Ad 3.
Dit is de restcategorie oftewel de betamelijkheids- of zorgvuldigheidsnormen die in de maatschappij gelden, ook wel het ongeschreven privaatrecht genoemd. Voorbeelden zijn de verkeers- en veiligheidsnormen etc.. Het betreffen zgn. “open normen”, die per zaak bekeken moeten worden. Toepassingsgebieden zijn o.a. oneerlijke concurrentie, misleidende informatie en een gebied wat verderop deze blog nader uitgewerkt wordt: Gevaarzetting.

Om te kijken of iemand op deze gronden aansprakelijk is, wordt er een zaak normatief bekeken. M.a.w., er wordt een vergelijking gemaakt met wat de “normale, zorgvuldige mens” in een bepaalde situatie zou doen. Als bijv. een arts een fout maakt, wordt er gekeken naar hoe artsen normaliter een dergelijke ingreep uitvoeren. Als dit afwijkt van de handelingen van de arts in kwestie, dan is dat een belangrijke aanwijzing voor het aannemen van aansprakelijkheid. Het gaat er om dat diegene echt een verwijt gemaakt kan worden, alleen dat er iets fout gaat is niet voldoende. Uiteindelijk zijn wij allemaal mensen en kan er altijd iets fout gaan, hoe goed je een en ander ook voorbereid en/of uitgevoerd hebt.

Stap 2: Levert de onrechtmatige handeling ook aansprakelijkheid op?
Als er een schending van een van de bovengenoemde drie categorieƫn is geconstateerd, moet er hierna gekeken worden of deze schending ook aansprakelijkheid oplevert aan de zijde van diegene die de schending veroorzaakt heeft. Voordat aansprakelijkheid aangenomen kan worden, moet er aan 5 eisen voldaan zijn. Deze eisen staan in het bovenstaande artikel, maar niet allemaal even duidelijk. De 5 eisen luiden als volgt:
1. Schuld;
2. Schade;
3. Causaal verband;
4. Toerekening;
5. Relativiteit.

Ad 1 Schuld

Voordat de veroorzaker verplicht is de schade van een ander te vergoeden, moet er sprake zijn van schuld aan de kant van de veroorzaker. Schuld moet hier worden gezien als verwijtbaarheid.

Ad 2 Schade

Er moet sprake zijn van schade. Schade kan materieel zijn, zoals bijv. schade aan een auto, maar het kan ook vermogensschade zijn zonder dat er sprake is van beschadiging van een zaak. Hierbij valt te denken aan een significant verkeerd beleggingsadvies, waardoor iemand veel geld verliest.

Ad 3 Causaal verband

Er moet een verband bestaan tussen de ontstane schade en het gedrag van de veroorzaker zijn. Als dit verband er niet s, kan er ook geen aansprakelijkheid zijn. Voor de vestiging van aansprakelijkheid is, anders dan bij causaal verband m.b.t. de omvang van de schade, een zgn. conditio sine qua non-verband voldoende. Kort gezegd is dit een hypothetische gedachtenexercitie. Als bijv. een ongeval niet was ontstaan als men het gedrag van de veroorzaker uit de keten van gebeurtenissen haalt, dan is er sprake van causaal verband volgens deze theorie. Als men het gedrag van de veroorzaker wegdenkt en het ongeval ontstaat alsnog, dan is het causaal verband niet aangetoond.
Om deze materie met een kort voorbeeld toe te lichten:
Op een parkeerterrein zet iemand zijn winkelwagentje op een wilde manier weg. Op dat moment komt er een auto aanrijden, die geen voorrang verleent aan een andere auto. Als je de gebeurtenis wegdenkt van het “winkelwagentje” dan was het ongeval alsnog gebeurd. Geen causaal verband dus tussen het wild wegzetten van het winkelwagentje en het ongeval. Anders wordt het als het winkelwagentje zo wild wordt weggezet, dat de betreffende auto hierdoor geraakt wordt. De auto rijdt hierdoor tegen een geparkeerd staande auto aan. Als je de gebeurtenis “winkelwagentje” nu wegdenkt, zou het ongeval niet gebeurd zijn. Wel causaal verband in dit geval dus!

Ad 4 Toerekening

Toerekening aan de dader geschiedt op basis van verwijtbaarheid - zie ad 1- of op datgene wat krachtens verkeersopvattingen aan iemand kan worden toegerekend. Krachtens de verkeersopvattingen houdt in dat men bepaalde gedragingen, die niet in alle gevallen onrechtmatigheid opleveren, toch aan de dader toerekenen. Bijv. een onervaren arts die een fout maakt, kan zich niet beroepen op zijn onervarenheid.

Ad 5 Relativiteit

Dit is eigenlijk een eis, die vermeld staat in art. 6:163 BW. Het gaat erom dat de overtreden norm daadwerkelijk bedoeld is om de belangen van de getroffene te beschermen. Zoals in Stap 1 onder ad 3 aangegeven, is een APK-keuring in het leven geroepen om de algemene veiligheid op de weg te verbeteren. Deze norm is niet bedoeld voor individuele getroffenen van een vorderingsrecht te geven op de overheid. In de literatuur is hier nog wel wat discussie over, want bijv. de APK-keuringen zouden toch ongevallen zoveel mogelijk moeten voorkomen? Als de overheid hierin faalt, zou er toch een vordering mogelijk moeten zijn.
Een ander voorbeeld van bovengenoemde relativiteit is dat een werkgever een onrechtmatige daad jegens zijn werknemer heeft gepleegd. Vorderingen van bijv. de vrouw van de werknemer ketsen af op grond van de relativiteit, omdat a. de wet als doel heeft de werknemer te beschermen, de vrouw valt niet onder deze categorie en b. met het vorderingsrecht van de werknemer moet deze werknemer zich goed kunnen redden.

Als er aan een van de vijf bovengenoemde eisen niet voldaan is, kan er geen aansprakelijkheid gevestigd worden.

Stap 3: Zijn er gronden die ervoor pleiten geen aansprakelijkheid aan te nemen?

Er bestaan gronden die ervoor zorgen dat er, ondanks een inbreuk, handelen of nalaten van de onder stap 1 genoemde rechten er toch geen aansprakelijkheid wordt aangenomen. Twee gronden zijn:

1. Rechtvaardigingsgronden -zie art. 6:162 lid 2 BW-
2. Schulduitsluitingsgronden -Ontnemen de toerekening aan de dader-

Ad 1 Rechtvaardigingsgronden

Dit zijn gronden, die het eerdere onrechtmatige gedrag volledig rechtvaardigen. Bijv.als een politie-agent aangeeft dat je door mag rijden in plaats van voorrang te moeten verlenen en iemand rijdt je van rechts aan, dan bestaat er een rechtvaardigingsgrond voor jouw handelen. In eerste instantie is de gedraging onrechtmatig -geen voorrang verlenen-, maar het ambtelijk bevel maakt de gedraging gerechtvaardigd. Overige rechtvaardigingsgronden zijn o.a. overmacht, toestemming van benadeelde en zaakwaarneming.

Ad 2 Schulduitsluitingsgronden

Deze gronden nemen de onrechtmatigheid van de daad niet weg, maar halen wel de schuld en daarmee de toerekening aan de dader weg. Als we in het bovengenoemde voorbeeld een goed gelijkende, maar niet een officiƫle politieman nemen, betekent dit dat het geen voorrang verlenen wel onrechtmatig is, maar dat er geen schuld aan jou wordt toegerekend.

Tot slot
Tot zover een schematisch overzicht van hoe aansprakelijkheid op grond van art. 6:162 BW aangenomen kan worden. Uiteraard zou het recht het recht niet zijn, als het hiermee klaar zou zijn. Zo is er in de jurisprudentie invulling gegeven aan het aansprakelijkheidsrecht. Een van de belangrijkste arresten is het “Kelderluik-arrest” uit 1965, wat enkele criteria geeft waaraan een rechter toetst of er sprake is van een onrechtmatige daad. In dit arrest gaat het om zgn. “gevaarzetting”, de vraag in hoeverre een gevaarlijke situatie had mogen ontstaan of bestaan.

Verder heeft de wetgever, vanuit de basis van art. 6:162 BW, bepaalde groepen trachten te beschermen, bijv. door een omkering van de stelplicht c.q. bewijslast of door een andere persoon – de ouders i.p.v. het kind onder de 14 jaar, zie art. 6:164 BW- aansprakelijk te houden. Dit laatste noemt men ook wel kwalitatieve aansprakelijkheid. Naast bovengenoemde kwalitatieve aansprakelijkheid som ik enkele verdere “afwijkingen” van art. 6:162 BW:

Aansprakelijkheid:
- Voor ondergeschikten en niet-ondergeschikten;
- Voor vertegenwoordigers;
- Voor zaken -roerend en onroerend-, gevaarlijke stoffen, boorgaten, stortplaatsen en dieren;
- Voor gebrekkige producten;
- Voor schade geleden door werknemers -art. 7:658 BW-;
- Voor schade veroorzaakt door motorrijtuigen -art.185 WVW-


Heeft u naar aanleiding van bovenstaande vragen of wilt u advies en ondersteuning bij dit rechtsgebied? Neem dan contact met mij op: juristerij@gmail.com

woensdag 12 december 2007

Welkom!

Welkom op mijn Blog!

Via een goede vriend, Attorama, ben ik op de idee gebracht om een blog te gaan maken. Een blog waarover denk je dan? Als afgestudeerd jurist, die vaak zaken ziet gebeuren die toch niet helemaal zijn zoals ze moeten zijn, is het dan duidelijk: Stukjes publiceren over juridische vraagstukken en het -al dan niet- pragmatisch oplossen! Mijn focus zal dan vooral op het privaatrecht liggen, maar met hulp van enkele goede juristen -bekenden weten op wie ik doel- kunnen de onderwerpen snel uitgebreid gaan worden.

Al met al hoop ik met deze blog, zeker zo rond de kersttijd, wat licht in de duistere, juridische wereld te brengen!